Intel brengt 15 nieuwe workstation-cpu’s uit

Voor het eerst in lange tijd lanceert Intel opnieuw workstation-CPU’s. Die zouden AMD’s Threadrippers wel eens van de troon kunnen stoten.

Voor het eerst in twee jaar kom Intel met nieuwe workstation-CPU’s op de proppen. Tijdens het shoppen kan je de CPU’s makkelijk herkennen aan hun naam: het gaat namelijk over de gehele lijn om Intel Xeon W-chips. De reeks werd opgesplitst in een krachtige Xeon W-3400-reeks en de iets minder krachtigere Xeon W-2400-reeks. Processoren uit die laatste reeks zijn qua prestaties te vergelijken met de allersterkste Core-CPU’s. Alle chips worden gebouwd volgens de Sapphire Rapids-architectuur die we al in Intels serverprocessoren zagen terugkomen.

Intel Xeon W-3400-reeks
Intel Xeon W-3400 betreft meteen een hele reeks van workstation-chips. Net zoals dat bij de Core-processoren het geval is, wordt er een onderscheidt gemaakt naargelang de specificaties van de chips. Het gaat zelfs om dezelfde cijfers: Xeon w9 omvat de allersterkste chips binnen de reeks, terwijl Xeon w3 de zwakste processoren in de reeks aanduidt. Xeon w5 valt er dan weer, zowel qua naamgeving als prestaties, precies middenin.

De chips bieden een aantal eigenschappen die we tot nu toe nog niet op andere processoren zagen verschijnen. Zo verschijnt PCIe 5.0 eindelijk in Intel-workstations – en geen klein beetje: de chips ondersteunen maar liefst 112 PCIe 5.0 lanes. Elke Xeon-processor uit de W-3400-reeks ondersteunt daarnaast maar liefst 4 TB DDR5 ECC-geheugen, te verdelen over acht kanalen.